Een heerlijk glas rosé op een lentemiddag in de zon, rosé wijn is er in veel soorten en smaken.

Rosé wordt gemaakt van de blauwe druif en dat kan ook soms in combinatie met de witte druif zijn. Rosé is er veel kleuren en er zijn veel verschillende stijlen. Van heel droog tot zeer fruitig, van licht en kruidig tot een lekker zoetje. De rosé-kleur komt doordat de de schillen van de druiven minder lang bij het sap blijven dan bij een rode wijn. Als de druiven worden gekneusd beginnen de schillen kleurstof aan het sap af te geven. Het is aan de wijnmaker hoe intens de kleur van de rosé wordt en dit heeft uiteraard ook uitwerking op de smaak. Na het scheiden van de schillen en het druivensap gaat de vergisting verder.

Het mengen van rode en witte wijn om hiermee een rosé wijn te maken is meestal verboden. Hier is veel om te doen geweest want het is moeilijk te zien en te herkennen of dit daadwerkelijk gebeurt is.
Enkele uitzonderingen zijn de Champagne waar het toegestaan is om rosé champagne te verkrijgen door het vermengen van witte en rode wijn. Ook in een bepaald aantal ‘nieuwe wereld ‘ landen is het toegestaan. Bv Nieuw Zeeland of Zuid-Afrika.

Waneer drinken we rosé

De rosé’s in lichtere stijl zijn perfect te drinken als aperitief op het terras bij een zomerse salade bv of een lekker plankje met olijfjes en zongedroogde tomaatjes.
Niets is zo lekker als dat eerste warme zonnestraaltje en dan een mooi glas rosé, rijk van smaak. Goed gekoeld die bijkomt in het glas.
Maar combineer ook met zeevruchten, avocado, geitenkaas, pesto en parmaham.